De geschiedenis van trampolinespringen:
Er wordt gezegd dat de eerste vorm van trampolinespringen door de Eskimo’s werd beoefend. Zij gebruikten een walvishuid om elkaar in de lucht te werpen. Zoiets als wat brandweermannen doen wanneer ze iemand opvangen die uit een brandend huis springt. Er zijn ook wel bewijzen gevonden van mensen in Engeland die elkaar in de lucht gooien met behulp van een deken. Dit kunnen wel of niet de ware feiten zijn, maar zeker is dat er begin 20ste eeuw acts werden opgevoerd waarbij de zogenaamde “verende bedden” werden gebruikt om het publiek te amuseren. Het verende bed was eigenlijk een kleine trampoline bedekt met beddengoed waarop de acrobaten meestal komische trucjes uithaalden.
De regels van trampolinespringen :
Een trampolinewedstrijd bestaat uit drie oefeningen. Als eerste heb je de verplichte oefening, die bestaat uit een aantal voorgeschreven sprongen en een aantal vrije sprongen. De nadruk bij deze oefening ligt puur op de uitvoering van de elementen, want je krijgt geen punten voor de moeilijkheidsgraad.
Daarna heb je de keuze oefening. Hier geldt hetzelfde principe als de verplichte oefening, je wordt namelijk gejureerd op de netheid van de elementen. Alleen bij de keuzeoefening is het grote verschil dat je zo moeilijk mogelijke sprongen moet combineren, om een hoge moeilijkheidsgraad te behalen. Deze moeilijkheidsgraag wordt weer bij je uitvoeringscijfers opgeteld en zo kom je aan de totale score voor de keuzeoefening. Samen met de verplichte oefening vormt deze keuzeoefening de voorronde. Na de voorronde wordt er een tussenklassement opgesteld waarna de beste 8 doorgaan naar de finale.
In die finale wordt nog 1 keuzeoefening gesprongen. De beste uit de finale wint uiteindelijk de wedstrijd.
Het materiaal wat er wordt gebruikt bij trampolinespringen:
De trampoline is een nylon mat met gevlochten banden. De mat hangt met stalen veren in een metalen frame. De randen zijn afgedekt met beschermkussens. Trampoline- springen kan hoog, heel hoog gaan. De sportzaal waar in wordt getraind moet dan ook minstens 8 meter hoog zijn. Om spectaculaire sprongen te leren waarbij je die 8 meter ook gebruikt om vele salto’s en schroeven te maken, is er soms een gordel boven de trampoline. Daarmee kun je op een veilige manier nieuwe sprongen.
Specifiek gedeelte van trampolinespringen:
Het plezier dat men ondervindt bij het bekijken van trampolinespringen op hoog niveau, ligt hem vooral bij de schoonheid van ‘het lichaam in beweging’. De gymnast slaagt erin zijn/haar lichaam in de ruimte onafgebroken te beheersen. De deelnemer heeft 1 minuut de tijd om én de nodige hoogte én zelfzekerheid te bereiken, voordat hij of zij begint aan zijn of haar oefening. Dit is een serie van 10 opeenvolgende sprongen. Valt een spring(st)er van de trampoline, raakt hij/zij de rand (= het blauwe gedeelte) van het toestel, of wordt hij/zij geholpen door een omstander, dan wordt op dit moment de serie als beëindigd beschouwd; dit resulteert dan in een gereduceerde score, gebaseerd op het aantal op dat moment voltooide sprongen.
Puntentoekenning: bij het beoordelen van een serie sprongen worden onder meer de volgende elementen beoordeeld: de moeilijkheid, de uitvoering, de continuïteit en de hoogte van de sprongen.
Een groep van vijf juryleden beoordeelt de uitvoering op: de lichaamshouding, het bewaren van een constante hoogte en de geringe afwijking van het centrale gedeelte op het springvlak. Zij besteden geen aandacht aan de moeilijkheid van de sprongen. Dit wordt beoordeeld door een ander jurypanel voor moeilijkheid; per ¼ rotatie om de breedte-as (salto’s) en per ½ rotatie om de lengte-as (schroefbeweging) wordt 1/10 p. toegekend
Techniek van trampolinespringen:
De basistechnieken zoals handen- en voetensprong, zitsprong, buiksprong, rugsprong kun je leren bij een gymnastiekvereniging maar ook tijdens een gymles. Tijdens deze basistraining leer je de juiste arm- en voettechniek, de juiste houding en fraaie landingen te maken. Kun je deze perfect uitvoeren, dan kun je meer ingewikkelde salto’s en schroeven gaan proberen.
Wedstrijden:
De Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie organiseert verschillende soorten wedstrijden: ploegenwedstrijden, waarbij een ploeg bestaat uit 4 dames of heren. Ieder springt tien verplichte figuren en twee keuzeoefeningen; de oefeningen worden beoordeeld naar moeilijkheidsgraad en uitvoering van de sprongen. Bij synchroonwedstrijden springen twee dames of heren precies tegelijkertijd en even hoog. Mooi om te zien, leuk om te doen. Er zijn competities, nationale kampioenschappen, Europese en Wereldkampioenschappen in trampolinespringen.